martes, 8 de julio de 2008

‘Las aventuras imprevistas alcoholicas de Laurita, Campanita y Evita..’

Gisteren in de America’s hadden we het er met z’n allen nog over gehad wat we van het weekend zouden gaan doen. Eerst hadden we het plan te gaan kamperen bij een strandje dat La llorona heette, maar dat ging uiteindelijk niet door. Toen zouden we naar de bekende badplaats Puerto Vallarta gaan, maar door een ruzie tussen de toen nog vrienden Roman Villavazo en Marlon Gallardo was dit helaas ook van de lijst geschrapt, omdat we de achtpersoonswagen van Roman wel nodig zouden hebben als we met z’n allen wilden gaan. Ik smeekte Marlon om ons naar Vallarta te nemen als moesten we met z’n achten in zijn auto, een soort Ford Ka, als we maar niet het hele weekend opgesloten hoefden te zitten in het huis in Guadalajara. Na een hoop heen-en- weer gefunk met de Nex- Tel, een soort van walkietalkie verbinding die goedkoper uitviel dan gewoon bellen, had hij dan toch twee wagens weten te regelen waarmee we die vrijdag nog naar het strand zouden rijden.
De volgende dag stond ik op met weer een zekerheid erbij. Althans dat dacht ik... Vandaag rijden we naar Puerto Vallarta. Ik weet niet wanneer, hoe laat, overdag of ’s nachts of wat dan ook, maar we zouden de stad uitrijden om het weekend in de fameuze badplaats te verblijven. Terwijl de rest nog sliep, plantte ik mezelf op de sofa in de woonkamer met de al met wijnbevlekte Lonely Planet en een Cola, want dat was het enige vocht wat nog in het huis aanwezig was die ochtend, en bladerde door naar de P van Puerto Vallarta. Al wegdromend bij het feit dat de film met Sofia Loren daar opgenomen is, het eten er fantastisch is, er paarden kan huren, surfen, duiken en snorkelen, en de baai vol jachten van de jetset ligt werd ik opeens opgeschrikt door een springende Laura met Nex-Tel. “Eef, Alan heeft gebeld, ik dacht dat hij volgende week pas vrij had maar pak nú je spullen want we gaan op Roadtrip naar México D. F., gaaf hè?” Even gingen alle haren op mijn hoofd overeind staat en moest ik moeite doen om mijn boosheid over de verandering van plannen niet te laten blijken. Ik had mij volledig ingesteld op het strand, de zon en de zee, en opeens zag ik niks anders dan nadelen aan het Districto Federal, alhoewel het centrum vast hartstikke mooi is. Aan Tineke was niks vreemds op te merken terwijl we de dag ervoor nog hadden besproken dat we deze plotselinge verrassingen, wijzigingen van plannen en afhankelijkheid eigenlijk wel vervelend vonden zo nu en dan… Ik wierp een kwade blik richting haar toen ze even opkeek, en ze zei onverschillig ‘Eef, wat moet ik ervan zeggen, we hebben geen keus, wen er maar aan dat het hier zo gaat’. Ik verbaasde me over de haast die Laura opeens had, en als mijn perfectionistische geest ergens een hekel aan heeft, dan is het alles binnen vijf minuten in je koffer flikkeren, zonder eigenlijk ook maar te weten waar je heengaat. Wat zeg ik koffer? Ik moest al mijn spullen verdelen over twee weekendtassen, omdat we het anders van mijn leven niet mee gezeuld zou krijgen. Mijn boze bui was al bijna weer verdwenen toen Laura me vertelde dat we wáárschijnlijk vanuit daar naar het hotel van z’n ouders in Acapulco zouden rijden, en dat ze speciaal voor ons een week vrij hadden genomen om zoveel mogelijk te gaan doen.. Later legde ze me uit niet te laat te willen vertrekken uit Guadalajara omdat we anders midden in de nacht in Mexico D.F. zouden aankomen, en dat is gewoon niet zo fijn als Alan ons ook nog op zou moeten halen. Maar goed, alles verliep verder soepel, we pakten onze boel bijeen, hoed op, passeerden de al inmiddels bekende Playita om wat drinken te halen om ons de zeven uur durende busreis zo comfortabel mogelijk te maken, hielden de eerste beste gele taxi aan, en waren we vervolgens nét op tijd om de bus van drie uur ‘s middags naar Mexico D.F te pakken. We reden met ETN, de meest confortabele bus die ik ooit van mijn leven had betreden. Het leek wel net de businessklas van een vliegtuig, mede door twee hostesses die de hele busrit met ons meereisden, en de geuniformeerde buschauffeur die zich voorstelde alsof hij gezagvoerder was van een Boeing 747. De extra brede stoelen kon je uitklappen totdat het zowat een bed werd, een grote collectie aan kwaliteits films, en bovenal, een grote badkamer in de achterkant van de bus. Wat wil je nog meer. Ik settelde me in de stoel en terwijl de zon al onder ging en de rest van de bus al na een uur of vier rijden weggedommeld was, gluurde ik door een kier van het blauwe gordijntje aan het raam. en keek ik naar het passerende ruige Mexicaanse berglandschap terwijl de zon onderging, fantaserend over de talloze slagen tussen de oorspronkelijke bewoners en de Spanjaarden die hier moesten hebben plaatsgevonden. Uit mijn Ipod klonk net ‘La vida.. es un ratico’, van Juanes, dat een beetje dezelfde boodschap draagt als ‘Donde están corazón’ van Enrique Iglesias. Oftewel, dat mooie tijden komen en gaan en dat het leven al kort genoeg is en dus eigenlijk geen tijd overblijft om je druk te maken over dingen. En ik realiseerde me alles opeens beter dan ooit en dacht als eerste aan mijn soms boze buien om niks, die mede door deze gewaarwording al helemáál als sneeuw voor de zon verdwenen waren. Nou ja luister het op zo’n moment en je weet waar ik over praat… of niet misschien...
Aangekomen op een altijd druk busstation in het Districto Federal, wachtten we op een jongen die Alan heet. Wanneer hij zou komen wisten we niet, en ik bereidde me voor dat we nog wel een aantal uurtjes in deze nacht op het busstation zouden moeten wachten op deze vriend van Laura omdat het verkeer in Mexico stad namelijk altijd drama is. We zaten in een hoek op de grond tussen onze spullen en door het dragen van onze hoeden werden we aangesproken door een bende geïnteresseerde Mexicanen. Een half uur ging voorbij en Laura’s Nex-Tel lichtte op, gelukkig. We snelden ons naar de plaats voor laden en lossen en een jongen met bruine krullen en een vriendelijk gezicht vol sproeten kwam ons tegen moet, dat moest Alan zijn. Ook een andere jongen die me aan een indiaan deed denken hielp ons met de spullen en tien minuten later kruisten we de enorme verlichtte metropool per auto op weg naar een kroeg in het centrum van Mexico stad met hoe hilarisch het ook klinkt, een groot bord in de trant van ‘een teveel aan alcohol kan schade aan de gezondheid berokkenen’, waarna we vervolgens nog maar een Tinto de Verano bestelden. Toen er enkele uren passeerden en de rest alvast op wilde staan, vervolgde we onze tocht naar Alan’s huis dat in het zuiden van de stad lag.

No hay comentarios: