Toen ik gisteravond arriveerde in het café met de paarse neonletters, hebben we samen die nacht mijn spullen opgehaald uit het hotelletje en verhuisd naar zijn huis aan de rand van de stad. Even na middernacht keerden we terug naar de bar en bleven daar net zolang tot de lucht weer langzaam lichtblauw kleurde. En toen ik de volgende ochtend wakker werd en me afvroeg wat er was gebeurd, wat ik hier deed en waar ik ook al weer was, bleef ik nog een half uur lang al starend naar het plafond liggen denken. Waanzinnig zoiets. Net zoals het huis. Al hoewel ik zelf niet erg kapot ben van de stijl waarmee het huis was ingericht, een soort mexicaans barok voelde ik me na sommige hostels, cabañas en hangmatten wel even la reina. Het bed paste ik wel zeven keer in, alles was brandschoon en er lag een dik bordeaux vloerkleed. Na een verfrissende douche in de badkamer met goudkleurige kranen, - echt je durft het nog niet aan te raken - organiseerde ik mijn spullen die uitgestald lagen op ja ..een chaise longue bij het raam tot er op de deur werd geklopt . Hij was het.
Na het ontbijt leidde hij me rond door zijn stad die ik opeens heel anders zag dan de avond ervoor. Terwijl ik voor hem uitliep door een smal straatje zonk ik even weg in een de gedachte dat de esthetiek van een stad of zelfs een land, misschien ook wel te maken heeft met de personen die je daar ontmoet. Het kan zoveel mooier worden, met leuke mensen om je heen. En natuurlijk zijn er ook steden die gewoon vreselijk mooi van zichzelf zijn zoals Cartagena de Indias, de Tango wijk van Buenos Aires of de straten van Granada. Al ben je nog zo eenzaam of misschien kwaad om iets, deze steden zijn onschuldig. Panama Stad daarentegen, het Miami van Centraal Amerika staat niet eens in mijn top tien, en tot verbazing van velen - Panama zelf ook niet. En nou hoor ik jullie denken; het gaat haar simpelweg om die blue dress waarvan ze in Panama is bestolen. Niet alleen want het zit hem ook in het beeld dat ik van de mensen had. Afstandelijk en een tikkeltje zuur. Maar ach, ik kan het ze niet kwalijk nemen. De Amerikanen hebben deze stakkers jaren lang dom gehouden, zodat ze nu bijna alles wat ook maar een beetje anders uit ziet voor gringa aanzien. Maar die jurk echter wel.. ‘Oye, hoorde de je wat ik zei?’zei een stem plots achter me.. ‘Ehh nou, ik was me aan’t afvragen waarom die klok daar nou staat, loog ik zichtbaar’. We barsten in lachen uit om de zin die er in een onbekende en ongeloofwaardige grammaticale volgorde in het Spaans uitkwam. Ja, het is wat soms. Maar het kwam erop neer dat die klok is gebouwd door de Engelse mijnwerkers en gefinancierd door het mijnwerkersgilde in het begin van de 20e eeuw, vertelde hij me nog grinnikend om mijn slechte verzinsel. ‘Zie je waar het op lijkt?’ ‘Big Ben?’ zei ik aarzelend en ik gokte het goed. In één keer zelfs.
Ach Pachuca. Het had wel wat, en opeens realiseerde ik me hoeveel verschillen Mexico moest hebben. Hij ging door met praten en zei me dat Pachuca, de hoofdstad van de deelstaat Hidalgo nog veel Engelse invloed te zien aan de architectuur. De straatjes zijn smal, en onder de heuvels van de stad liggen ware zilvermijnen. En daar hou ik van, so does the english men. Ook vertelde dat de typische paste, een soort pasteitje gevuld met aardappel, vlees of bonen, ook iets is wat ooit de Engelsen hebben op de markt hebben gebracht en waar de Mexicaan vervolgens een eigen twist aan had gegeven. Ik vond de stad opeens een stuk mooier. Hij kende haar goed, hij was er geboren en getogen net zoals de rest van zijn familie kwam hier vandaan en ergens merkte ik wel enige trots in hoe hij erover de stad praatte. We eindigden de nog maar korte dag, vermoedelijk door de avond ervoor, in een modern koffiehuis ergens aan een grote straat. We konden nog net even buiten zitten voor dat het kouder werd, bestelden twee koffie en spraken verder. Ik vertelde over mij reis en hij luisterde. Ik vertelde hem dat ik na mijn ontmoeting met hem plannen had om naar Yucatán te gaan, en vanuit daar naar Quintana Roo, de Riviera Maya. Waar wil je nog heen? Vroeg hij me opeens. Ik werd even overvallen door de vraag en wist zo snel geen antwoord. Natuur, ruines, steden, zee. Hij bracht me in verlegenheid. Ik vertelde hem dat ik het leuk vond om hem op te zoeken en dat ik over een dag of twee..plots viel hij in. ‘Ik breng je wel.. over een week maar we gaan wel via zilverroute, of eerst naar los atlántes en dan Real del monte, en de rest van de pueblos mágicos en dan misschien via…en terwijl hij doorging met praten maakte mijn hart een heel klein sprongetje. Waar heb ik dit aan verdiend?
Het werd alweer vroeg avond en ik het huis maakte ik kennis met zijn ouders en zusje, een erg vriendelijke familie. We bespraken we de rest van de plannen in zijn kamer in Pachuca. De een opvolgende dagen heeft hij me meegenomen naar los Atlántes de Tula. Waar de enorme stenen standbeelden van Tolteekse soldaten uitkijken over de valleien. De beelden zijn bijna vijf meter hoog. Niemand weet hoe ze daar ooit zijn gekomen, maar natuurlijk zijn er verschillende legendes bekend. En de dag erop naar het museo de los Virreinatos en Tepozotlán, waar we de halve dag aan kwijt waren en toen we gingen eten bij een mooi restaurant aan het plein betrok de blauwe lucht tot grijze massa. Er stak een wind op en we verhuisden met tafel en al naar binnen. Net op tijd. Want het regende, het regende tot dat de straten in rivieren veranderde en ik vroeg me af of ik Tlalóc soms iets misdaan had. Na een uur staren achter het raam naar het natuurgeweld brak hij mijn gedachte met een ‘Wat gaan we doen?’ Niks, ze ik. Wachten. En dat wachten kon ik goed, dat was zeker. In Colombia heb ik moeten wachten, in Panama en in Argentinië moesten we uren lang wachten en nu ook hier, en dat vond ik nog het minst erg. Vind jij dat erg? vroeg ik.'wachten in een pueblo mágico terwijl daarboven de goden zich ontdoen van al het water, de straten alvast voor ons schoonspoelen, de bloemen voor ons water geven en als het nodig mocht zijn ook alle zonden weg wassen? En we zijn niet eens alleen? Hij gniffelde om mijn positieve benadering van de langdurige ordinaire bui regen en vroeg me of ik er in Nederland ook zo over dacht. Ik moest het helaas ontkennen, maar vandaag kon ik het ook niet anders zien, en dat meende ik.. onverbloemd.
Les quiero,
Eva
Les quiero,
Eva
No hay comentarios:
Publicar un comentario