miércoles, 11 de agosto de 2010

El Angelopolís


Paola tekende een meisje met een lachend gezicht. Aan de zijkanten tekende ze bolletjes en ik vroeg me af waarom. Oorbellen, zei ze zacht terwijl ze me aankeek. Ze glimlachte en ik bedacht me dat ik ongeveer de oorbellen droeg die ze had getekend. Hij keek ook naar het kunstwerkje, keek me daarna aan en hield niet op met kijken totdat ik uit verlegenheid mijn ogen neersloeg en keek naar de chiles en nogadas voor me. Het zag er prachtig uit. Een gevulde peper met een wit laagje en granaatappelpitjes. De kleuren van de Mexicaanse vlag. Ik durfde het bijna niet op te eten. Het deed me denken aan ‘como agua para chocolate’ van Laura Esquivel die deze tradities perfect onder woorden weet te brengen. Het was net zo. Het was zelfs zo dat ik haar nu kan bevestigen dat de samenspel van het zoete van de mole, pikante van de chiles, bittere van de mezcal tot het zure van de limoenen alle gevoelens prikkelen. Dit is Mexico, het land waar zelfs de doden tot leven komen. Zoiets is gewoon mooi. De tafel schoof, iedereen lachte en een enkeling zong. Er kwam nog een pomo* met Tequila, Mezcal, en daarna nog één. Er was muziek, veel tafels en veel mensen, meer dan vijftig denk ik en ik bleef het Mexicaanse feest glimlachend analyseren, zoals ik dat altijd doe - plots pakte iemand mijn hand. Dansen? Una cumbia norteña.. oftewel een dans uit het noorden. Ik schrok lichtelijk maar durfde de niet te weigeren en danste. Ik kende een beetje de cumbia en voorzichtig deed ik alsof ik het al jaren deed. Later, toen we inmiddels weer neer waren gestreken stonden ineen alle vrouwen op. Jij moet ook dansen, drong el charro aan, en er werd gewenkt in mijn richting. Ik zei dat ik niet wilde omdat alle vrouwen mooi gekleed waren, en ik met mijn laarzen net van zijn paarden af was gestapt. En dat klopte. Die ochtend had hij mij uitgenodigd op zijn hacienda om te gaan paardrijden in San Andres Cholula naar waar je de vulkanen kon zien. Zeven paarden had hij en die ochtend leende hij mij Espuelita - zijn bonte vosmerrie - en ging hij zelf met Genovevo, zijn eigen paard. Onderweg zag ik op enkele tientallen meters een bekende die me niet beantwoord had. Stom toeval. Hij zag mij wel, maar moest hebben getwijfeld. Het deed er niet toe. Lichtelijk in gedachten verzonken bij de paarden schrok ik wakker uit mijn gedachten “Maar zo hoort het juist, met laarzen”.. zei hij. Ik glimlachte nerveus, en keek weg. De familie van el charro waren mexicanen in hart en ziel. Mexicaanser bestaan ze niet. In Nahuatl - de taal van de oude beschavingen - moest de eerste naam een onderdeel van de azteekse kalender omvatten en de tweede betekende; ‘hij die in het paleis woonde’. El charro, de derde van de zeven broers, was degene die ik in het huis van een vriend leerde kennen. Hij had me al eerder een foto laten zien en ik voelde de afstand tussen beide heren toen ze elkaar groeten. Joaquin was een Acapulqueño die van moderne kunst en surfen hield, en el charro een authentieke, rijke poblano die van paarden, mariachi en tradities hield, maar op zijn inheemse getekende gezicht, zag je het er niet zo aan af. Het leek me uiterst interessant. Toen Joaquin me vanuit Puebla had opgehaald om het weekend door te brengen in Cholula stelde hij voor om de kerkjes van tonantzintla te bezoeken, en hij had el charro gevraagd mee te gaan omdat hij er veel meer vanaf wist dan hij. De stad was zijn origine, zijn bakermat...

Culturele bezigheden in combinatie met Sol, limoen en zout werkt vrijwel bij iedereen positivamente op het gemoed en in de vroege avond waren we terug bij het departement van Joaquin. Een klein huisje met alles erop en eraan, hij huurde het van el charro, die er in het dorp zo’n veertig verhuurde. En alles zat vol. Later arriveerde ene Carlos vanuit de andere kant van de stad. Weer een compleet ander type dan de twee die ik zojuist had leren kennen. Hij was statig en had de oude klassieke muziek gestudeerd, ook in Italie. Tegen elven in de één van de contenedores - een tiental gekleurde containers omgetoverd tot barretjes – zong hij een recital uit een opera van Verdi. En terwijl iedereen lacherig omkeek, vond ik het gewoon mooi. Later verplaatsen we onze weg naar een andere contenedor. Met drinken kon ik de drie Mexicanen kon ik niet bijhouden, en dat was trouwens maar goed ook, want uit ervaring wist ik een moment van pauze in te lassen, terwijl het drietal ongeschonden doortankte. De stemmen werden steeds luider, de bewegingen steeds heftiger, en gek genoeg, de gesprekken steeds diepzinniger.. maar dat kon ook aan mij liggen. Er werd gelachen, en ik gunde mezelf ook een klein beetje uit de fles die op de tafel stond. Tot mijn genoegen – want er waren enkel mannen - schoof er enkele minuten later een meisje met donkere ogen bij ons aan en nam deel aan de ontmoeting. Ze had slechts één been. Maar enkel wanneer ze liep zag je het een beetje, verder niet. Ze danste en deed net zo hard mee als de rest, en ik was vergat het detail al snel. Hoe laat het was toen we weer bij het huisje arriveerde, weet niemand meer. We slenterden langs de tacobar, via..ik weet het niet meer. En ondanks de weggevaagde details niks meer dan een memorabele avond. We raakten elkaar onderweg nog even kwijt en vonden elkaar een uur later pas terug. Het schrale licht van de vulkaan die langzaam weer aan de hemel verscheen bracht ons op de bestemming; Ay el Angelpolís.. daar waar flessen geen bodem hebben, waar onstuimig wordt gezongen en gedanst, blikken worden uitgewisseld en harten worden gebroken. Het is tijd om te gaan.

Liefs Eva.. waren de laatste twee woorden die ik op een briefje schreef, en trok de deur achter me dicht..

No hay comentarios: