Despiertatee... Douane, Paso de Jama, Chile.. Ik keek verdwaasd om me heen en even later zeulen Britt en ik onze spullen de bus uit. ‘Alles meenemen’ beveelde de chauffeur, 'alles wordt gecontroleerd'. Ik zuchtte, want de vorige keer werden we in Argentinië om het onchristelijke tijdstip van 5.30 er uitgepikt om onze backpacks volledig te laten controleren.. terwijl de hele bus vol bepakte boliviaantjes zat. Nou bedoel ik daar natuurlijk niks mee, maar goed, 't blijft vreemd en toch ook wel crap eigenlijk als ze die miserabele EHBO-tas ook al moeten doorspitten en bij ieder potje moet uitleggen waar het nou goed voor is. Goed dan. De Chileense grens waren we over. Na de succesvolle controle deze keer wilden we al onze spullen weer de bus in hijsen alleen de chauffeur hield ons tegen. “Iquique?” zei hij. ‘Nee’, “San Pedro” zei ik. "Dan ben je er". Hier? Ik keek verbaasd naar mijn reisgenootje, staarde dan naar de controlepost en toen maar naar de grond.. één grote zandbak. En dat kon kloppen, want dat is meestal met woestijnen. Ik bedankte hem vriendelijk en plots kwam er een man op ons af zijn hostel aan te bieden. Over de Chileense wisselkoers had ik nog niet echt nagedacht maar het leek me toch wel aan de prijs.. de tweede meneer van hostal ‘El nuevo amanecer’ (vert. de nieuwe dageraad) klonk beter en ik had er wel eens iets over horen zeggen. Bij aankomst bood hij ook meteen zijn zoon maar aan, die ouwe grapjas. ’s Avonds hebben we ons vermaakt met een clubje Chileense jongeren die vakantie aan’t vieren waren en het vuurtje op de patio van het hostel en na de fles Chileense pisco en wat laptop- reggaetton ging de avond sneller voorbij dan we dachten.
Daar stonden we dan. San Pedro de Atacama, het noorden van Chili was een knus dorpje midden in de woestijn op een steenworp afstand van Bolivia en Peru. Een dorp. Niks meer, niks minder. Het bestond enkel uit ongeveer zes straatjes, een plein, een handvol restaurantjes, een museum, een postkantoor, een politiebureau, een bank en een buurtsuper. Na een rondje door het dorp die middag, hadden Britt en ik een paar tourtjes geregeld rondom en in de woestijn, en de volgende dag om drie uur werden we met een busje opgehaald om naar de lagunas de la cejas te gaan, zo tweeënhalf uur hobbelen van San Pedro. De lagunas waren enkele zoutmeren in de woestijn.. je kon er in baden.. maar je kon het ook niet doen. Ik koos voor het tweede omdat het in de namiddag toch wel kouder begon te worden en bovendien, quizas mas importante; ik gek genoeg de helft van mijn bikini vergeten aan was te trekken. En das toch wel fijn dan. Aan het einde van de tocht, gingen we met het hele busje de zonsondergang bij de laatste en mooiste laguna tebequiche aanschouwen onder het genot van een Chileense pisco, die toch ietsje minder is dan de Peruaanse.. maar het landschap was werkelijk wonderlijk mooi, zonder of met pisco.
The next day..en nou komt het.. Ik wist niet dat ik de capaciteit had om twee dagen in één te krijgen. Want wat ik doe op een doorsnee dag gaat meestal andersom. Wat je eigenlijk in één dag af wilt krijgen, doe je dan uiteindelijk toch in twee. Maar nee dus. De volgende ochtend moesten we om 3.30m a.m opstaan -ja leest u goed A.M -om naar de geisers van Tatio te gaan. Het was namelijk zo’n drie uur rijden van San Pedro de Atacama en de geisers werkten alleen ’s ochtends omdat de aarde dan nog bevroren was, wat de druk deed opvoeren. De dag van te voren waren we al gewaarschuwd door het vrouwtje van de tour dat we behalve onze bikini’s, ons goed moesten aankleden omdat het ’s ochtends weleens koud kon zijn in de woestijn. Nou, die ochtend of nacht gingen we dus met twee leggings, een broek, drie truien, een jas, een sjaal en een muts weer het gammele busje in om onze tocht te beginnen. En echt waar.. toen we drie uur later uitstapten wisten we even niet wat we moesten doen.
De kou ging werkelijk door merg en been, en ik wist dat ik het in dit klimaat nog geen vijftien minuten ging uithouden, en aan het gezicht van Britt te zien dacht zij precies hetzelfde. De geisers waren waarachtig indrukwekkend, grote bakken kokend water die de lucht in spuiten, mooie kleuren in de grond van de verschillende materialen die de aarde rijk is en de witte plukken stoom die het hele geothermische veld sierden. Natuurlijk raakten we samen met Alex, een Australische het groepje even kwijt toen ik mijzelf in de hete stoom had geplaatst en na twintig minuten vonden we de bus terug met hulp van een andere tourbus die ons passeerde. Twintig minuten strompelden we mistroostig rond midden al het natuurschoon. Maar echt, heel voorzichtig moet ik toegeven dat alle aardse pracht me even geen fuck boeide..als je voeten en handen er letterlijk afvriezen dan wil je maar één ding; Als de zotten dat busje weer vinden. Britt trok ook al een uiterst pijnlijk gezicht en Alex liep langzaam voor ons uit. Toen we de bus terugvonden kon ik geen koffiebekertje meer vasthouden.
Mijn voeten voelde ik niet meer en mijn handen waren geheel wit met blauwzwarte vingers. Echt vrienden en vriendinnen, ik heb het van mijn leven nog nooit zo koud gehad als deze ochtend in de Chileense woestijn. Het bleek later, -23 en zoiets houdt nog geen lama uit. Toen de gids ons zag en ik het koffiebekertje onhandig uit mijn dode handen liet vallen liep hij met ons mee naar het busje naar de chauffeur en zei dat we letterlijk dood gingen van de kou en ik hoorde Britt nog met een klein stemmetje zeggen ‘Eva, als wij één stap op Antartica zetten dan gaan we echt gewoon meteen de pijp uit ’. Ik lachte nog wel maar ik denk dat ze gelijk had. De tranen stroomden letterlijk over ons wangen bij het uitdoen van de rode All Stars en laarzen, maar we leefden nog tenminste. En ik wist dat weefsel zo’n vierentwintig uur zonder bloed kan voordat er de bijl aan te pas moet komen. Na een half uur rijden kwamen we aan bij een thermisch bad. We waren nog steeds half bevroren dus de chauffeur raadde ons aan om dat bad in te gaan. Eerst leek het me een absurd idee om bij -20 in je bikini buiten te gaan staan. Maar toch.. als hij zegt dat je daar warm van wordt en dat je lichaam daar van hersteld, dan geloof ik dat. Dus we deden het. Het water was inderdaad lekker maar al snel voelde ik dat er iets niet helemaal goed ging, want je weet zelf wat er gebeurd als je een ijsblokje in een pan kokend water gooit. Dat blonde ijsblok was ik dus.. en tussen enkele opgeluchte mensen die ook in het badje waren gaan zitten was ik het enige - nou ja- huilende meisje met de witte voeten, die nou voelden alsof ze in de fik stonden. Gelukkig was daar weer de aardige chauffeur mijn voeten buiten het bad hield en begon te wrijven zodat het enigzins dragelijk werd…
Toen Britt en ik weer in de bus op weg naar San Pedro zaten konden we eigenlijk wel een beetje lachen om deze rumbo de suicidio. Maar echt, ik heb nog nooit zo vrijwillig geleden als die dag. Tegen enen waren we weer terug en hadden we enkele uren later nog een uitstapje naar de maanvallei. Dat lag echter op een half uurtje van de stad, en het was het stukje woestijnlandschap dat sterke overeenkomsten heeft met de maan. Overdonderend mooi zoiets.. veel zand en het was er tenminste warm.
Die avond in het hostel hebben we nog een klein feestje gebouwd in het hostel met de twee Ausie kamergenootjes en het groepje Chillies. We roosterden bananen met chocola in het vuur, er was wijn, pisco en nachos en tegen elven in alle joligheid van de alcohol vonden we dat we die avond maar sterren moesten gaan kijken bij het astronomisch platform. Om 23.00 ’s avonds zou de bus weer gaan vertrekken. We trokken onze mutsen, wanten, sokken en wollen onderbroeken maar weer aan en ook al vielen we bijna om van de hele dag… ik had dit laatste avontuur voor geen goud missen. We kwamen aan bij een plaats waar het nog donkerder was dan je nooit hebt kunnen zien, en twaalf grote telescopen stonden naar de hemel gericht. Om klokslag twaalf uur volgden we nog een klasje astronomie van een canadese expert en staarden we naar de miljoenen hemellichamen in de lucht. Eindelijk zag ik de maan van dichtbij, (ik was er immers die dezelfde dag natuurlijk nog geweest), de melkweg, een gaswolk die weer nieuwe sterren maakte, en zelfs de ring van saturnus was zichtbaar met behulp van een trapje naast de telescoop. Ik heb me hier nooit in verdiept.. en ondanks dat onze vervelende voeten er al weer begonnen te bevriezen trotseerde ik dit gevoel met hulp van de miljarden fascinerende puntjes aan de hemel. Tegen de klok van 2.30 A.M dus ja - wederom Ante meridiem -, waren we terug in het pittoreske ‘el nuevo amanecer’. Maar één ding wist ik zeker dat ik na deze suïcidale 24 uur het ‘amanecer’ maar even oversloeg...
....en lekker heel lang wou dromen over San Pedroooooooo…
Next: Santiago, Valparaíso, en Viña del mar
Liefs Eva
No hay comentarios:
Publicar un comentario